Bestuurders

Kifid is een stichting die bestaat uit drie organen:

  • Het Dagelijkse Bestuur
  • Een Geschillencommissie
  • Een Commissie van Beroep

Zie hier voor het organogram (https://www.kifid.nl/organisatie/organogram/)

De voorzitter van het Dagelijkse Bestuur en de voorzitter van de Geschillencommissie verdienen, en krijgen, speciale aandacht op deze website. Dit heeft bovenal te maken met hun rol in het beruchte toeslagenschandaal. De voorzitter van het Dagelijks Bestuur is hierin (nog steeds) actief als staatsraad bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De voorzitter van de Geschillencommissie was tot haar benoeming bij Kifid directeur van de afdeling Bestuursrechtspraak.

De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is de hoogste, algemene bestuursrechter in Nederland. Zij doet uitspraken over geschillen tussen burgers en de overheid, [waaronder de Belastingdienst], maar ook over geschillen tussen overheden onderling. De afdeling Bestuursrecht van de Raad van State heeft een bijdrage geleverd aan wat in de volksmond bekend is geworden als het ‘Toeslagenschandaal’.

De toeslagenaffaire (ook wel kinderopvangtoeslagaffaire of toeslagenschandaal) is een Nederlandse politieke affaire als gevolg van onterechte fraudeverdenkingen met toeslagen en een streng terugvorderingsbeleid van de Rijksoverheid. De zaak haalde de pers met kinderopvangtoeslagen, maar later bleek dat er soortgelijke problematiek speelde bij terugvordering van huurtoeslag, zorgtoeslag, kind-gebonden budget en inkomstenbelasting. Hoewel de problematiek rondom de ‘Toeslagen’ al speelde vanaf 2004, kreeg deze pas vanaf 2017 aandacht en werd het een affaire.

Het Toeslagenschandaal heeft geleid tot een parlementaire enquête die de veel zeggende titel ‘Ongekend Onrecht’ heeft gekregen. Volgens onderzoeken was er in sommige gevallen sprake van institutioneel racisme, institutionele vooringenomenheid en schending van de grondbeginselen van de rechtsstaat. Deze misstanden hebben geleid tot onderstaande excuses, geplaatst op de openingspagina van de website van de Raad van State:

Verificatie van de feiten wijst uit dat Kifid wordt geleid door twee bestuurders die aantoonbaar werkzaam zijn geweest bij de Raad van State ten tijde van het Toeslagenschandaal. Van de voorzitter van het Dagelijks Bestuur staat bovendien vast dat hij als Staatsraad besluiten heeft genomen waar de Raad van State nu openlijk haar excuses voor aanbiedt. Dit zijn zorgelijke vaststellingen. Zijn deze twee bestuurders wel in staat om een Consument vriendelijke organisatie te creëren en te handhaven met de Richtlijn ADR Consumenten in gedachten?

De  voorzitter is op 1 januari 2017 aangetreden als voorzitter van het dagelijkse bestuur van de Stichting Kifid. Hij is nog steeds werkzaam als Staatsraad bij de afdeling bestuursrechtspraak bij de Raad van State. Op zijn (inmiddels verwijderde!) LinkedIn profiel is de maatschappelijk toch behoorlijk relevante, functie als voorzitter van het dagelijks bestuur van Stichting Kifid niet vermeld:

De voorzitter heeft aantoonbaar hoger beroepzaken afgehandeld in het Toeslagenschandaal. Een goed voorbeeld daarvan is te lezen in een uitspraak van 17 januari 2018. In zijn rol als Staatsraad bij de Raad van State, bevestigde hij een uitspraak van de rechtbank Overijssel. Een ouder die een uitgave van €190,21 niet kon verantwoorden werd een ‘besluit tot nihil stelling’ van de Belastingdienst Toeslagen opgelegd met terugvordering van €18.067 aan reeds betaalde en aan kinderopvang bestede voorschotten over 2012 (ECLI:NL:RVS:2018:137). Lees deze uitspraak hier.

Zeer opmerkelijk is het gegeven dat deze bestuurder, na zijn aantreden bij Kifid in 2017, door is gegaan met zijn keiharde aanpak van Consumenten. Het uitsprakenregister van de Raad van State vermeld meerdere uitspraken uit 2018 (!) van deze bestuurder:

De voorzitter van de Geschillencommissie is op 1 januari 2017 aangetreden voor een eerste termijn van vijf jaar. Zij is (ook) afkomstig van de Raad van State (RvS), net zoals de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van Kifid. Bij de RvS is zij tussen 2013 en 2016 actief geweest als Directeur van de afdeling Bestuursrechtspraak. De timing van haar aantreden op 1 januari 2017 is goed gepland, net voordat de bom barstte inzake het Toeslagenschandaal. Onderstaand een overzicht dat zij bij haar LinkedIn profiel heeft geplaatst:

Geen informatie gemeld over potentiële belangenverstrengeling

Op het LinkedIn profiel van de voorzitter is geen informatie vermeld over een andere, niet-onbelangrijke, functie die zij op zich heeft genomen. Dit betreft het voorzitterschap van de Vereniging voor Financieel Recht (Bron: https://www.vvfr.nl/index.php/bestuursleden)

In artikel 4 van de statuten van deze vereniging is bepaald dat leden van de vereniging o.a. werknemers kunnen zijn van financiële instellingen (bijvoorbeeld banken of verzekeraars) of advocaten die de belangen van financiële instellingen verdedigen en namens hen optreden:

Zie hier voor een nadere introductie van deze vereniging. Een voorzitter van de Geschillencommissie Kifid, die stelt onafhankelijk en onpartijdig klachten over financiële producten en financiële diensten te behandelen, moet de schijn van belangenverstrengeling verre van zich werpen. Dat doet zij niet door deze functie te vervullen en bewust niet te vermelden op haar LinkedIn pagina. Blijkbaar heeft zij redenen om deze functie niet te vermelden. Wellicht omdat deze functie als niet passend zou kunnen worden beoordeeld?

Dat weerhoudt mevrouw er niet van om een gezellige bijeenkomst met de VvFR te organiseren bij Nauta Dutilh, een bekend Zuid-as kantoor en vertegenwoordiger van een verzekeraar in een klachtdossier dat door Shureluck is geopend bij Kifid. Zie hier voor een sfeer impressie en toelichting op de belangenverstrengeling.

Zij wil duidelijk niet aan haar verleden bij de Raad van State en haar voorzitterschap van de Vereniging voor Financieel Recht worden herinnert. Mevrouw  reageerde in haar schorsingsbesluit als volgt  op de aangeleverde bewijzen:

Uw insinuaties over de medewerkers van Kifid, over mij en over de voorzitter van het bestuur van Kifid zijn zeer ongepast en bovendien onjuist‘.